In het Parool (1 mei 2025)
In zessterrenhotel Rosewood slaap je zonder geesten aan je bed, dankzij de spirituele schoonmaker:
Het heeft even geduurd, maar Amsterdam heeft dan toch een zessterrenhotel: het Rosewood aan de Prinsengracht. Daarvoor is de afgelopen tien jaar geklust, gestreden én spiritueel gereinigd. ‘Het gebouw stribbelde tegen.’
Anderhalve eeuw was het 125 meter lange complex tussen Prinsengracht en Lange Leidsedwarsstraat een armeluisweeshuis, met tot wel 2000 kinderen, meisjes en jongens strikt gescheiden. “Er werd zoveel pijn geleden in die periode,” zegt Harlander. “Kinderen werden gestraft, te werk gesteld, sommigen werden naar het front gestuurd of aangemonsterd op schepen naar het Verre Oosten.”
“We wilden ervoor te zorgen dat er geen negatieve energie achterbleef, in het belang van onze toekomstige gasten. We huurden een heel, heel krachtige vrouw in. Die heeft ons geholpen met het spiritueel reinigen van het gebouw. Ze liep een week lang in haar eentje door de gangen. Ze voelde de angst en de pijn het sterkst in de buurt van waar ooit de strafkamers waren. Aan het einde van de week was ze helemaal uitgeput.”
Himalayazout
“Soms stemde ze ermee in dat dingen zouden blijven. En soms nodigde ze ook energie uit om het gebouw te verlaten. Hier en daar heeft ze Himalayazout gestrooid. Daarna konden de yin en yang eindelijk stromen.”
“We doen dit niet alleen voor onze gasten, maar ook omdat we vrede wilden sluiten met het gebouw. Het klinkt misschien een beetje te zweverig, maar voor mij is dit gebouw een sterke, krachtige, soms harde vrouw. Ik had een tijdje zelfs het gevoel dat ze geen hotel wílde worden.” Storytelling is duidelijk een onderdeel van een überluxe ervaring bij Rosewood.
Of bij de spirituele voorjaarsschoonmaak ook kwade geesten uit de 175 jaar justitiepaleis zijn aangetroffen, vertelt het verhaal niet. Maar overblijfsels uit die tijd zijn straks weer tastbaar – leesbaar vooral – in het voormalige cellencomplex, waar decennialang de verdachten werden vastgezet voordat ze voorgeleid werden in een van de bedompte rechtszalen van het Gerechtshof.
Tegenwoordig in de cellen: de garderobe voor het zalencentrum van Rosewood. Zelden zal een jas zo goed beveiligd zijn. De muren zijn keurig wit gesausd, waarbij de scabreuze muurteksten uit de justitiejaren zijn weggelakt. Niet lang, bezweert interieurontwerper Piet Boon. “We hebben ze allemaal gefotografeerd en gaan ze nog terugbrengen.” Of dat, naast het generieke ‘fuck the law’ straks ook geldt voor het wat minder gastvrije ‘white power’, is afwachten.
Loodzware celdeuren
Dat de loodzware celdeuren er nog in zitten, is volgens hoteldirecteur Harlander maar één voorbeeld van het detailniveau waarop ambtelijk Amsterdam zich met het hotel heeft bemoeid. “Dat de gevel, inclusief de ramen, weer in oorspronkelijke staat teruggebracht moest worden, wisten we. Dat wilden wij ook. Maar we konden niets aan de indeling veranderen omdat overleg met de monumentenafdeling daarover soms extreem pijnlijk was.”
Ontwerper Boon telt ze even na in zijn hoofd: van de 134 kamers in het gebouw zijn er slechts 4 identiek. “De rest wijkt allemaal af. In een nieuwbouwhotel doe je copy-paste, maar hier niet. Dan was er weer ergens een muurtje dat niet weg mocht.” Een droom voor een interieurarchitect derhalve, reden ook dat Boon de opdracht al bij aanvaarding ‘mijn wauw-heb-jij-dat-gemaakt-hotel’ doopte. “Elke kamer heeft zijn eigen decoratie, zijn eigen meubels en eigen kunst.”
Ook konden na veel vijven en zessen een oude schoorsteen en de bijbehorende verwarmingsketels plaatsmaken voor een binnentuin van Piet Oudolf, een van de twee die het hotel telt. De derde binnenplaats mocht na lang onderhandelen worden overkapt als onderdeel van het congrescentrum.
Hakken in het zand
Het was de stad Amsterdam die aanvankelijk dolgraag een hotel van het Justitiepaleis liet maken. Maar toen het zover was, gingen de hakken zo diep mogelijk in het zand. “Monumentenzorg heeft het ons heel erg moeilijk gemaakt,” zegt Boon in een van de kamers. “Zelfs de kleuren van de kamer werden ons voorgeschreven. Ze gingen terug tot het jaar 1800, alle verflagen hebben we zien langskomen.”
“Hoezo hebben zij over die kleuren te bepalen wat wij binnen doen? Toen dit het Paleis van Justitie was, kon al dat grijs en bruin uit die tijd wel.”
Het was, erkent hij, vaak best duwen en trekken. Zo konden er geen traditionele leidingen worden gelegd, of afvoer voor de keukens. “Er mocht niks door het dak, dus gaat alles naar beneden,” zegt Boon. Badkamers zijn als een donkere spiegelkubus in de kamers gebouwd, waardoor ze direct als afscheiding tussen lounge en slaapgedeelte fungeren, zoals in de opulente ‘bibliotheekkamer’ in de voormalige leeszaal van het Justitiepaleis.
De badkamer van een van de junior suites, met uitzicht op de Prinsengracht à €1400 per nacht.Jakob van Vliet
Wie op zijn Amerikaans uberluxe verwart met klatergoud, komt in het Rosewood bedrogen uit, alhoewel er niet is bezuinigd op marmer. Kamers, lobby, restaurants en vergadercentrum ogen zelfs statig.
Eigen jenever
Met veel Amsterdamse verwijzingen – namen, Nederlandse kunstenaars, lokale leveranciers – wil het hotel volgens Harlander ‘een gevoel van deze plek creëren’. In de Indiase businessclub (een eis van de gemeente Amsterdam) is al geprobeerd om in de twee tandoor-ovens bitterballen en appelflappen te bereiden.
Maar het Rosewood probeert zich ook de stad toe te eigenen. Zo stookt het in eigen huis jenever (promillage 43,2 naar het huisnummer 432) onder de naam Provo. Tot verbazing van de hoteldirecteur kon het Rosewood, toch toonbeeld van decadentie, zich de naam van de tegenbeweging uit de jaren zestig toe-eigenen voor alcoholica.
Bij die weelde – er staan dagelijks 300 medewerkers klaar – hoort een prijskaartje. Kosten voor de 134 kamers liggen tussen de 800 en 12.000 euro per nacht. De prijs voor de grootste suite, Herengracht gedoopt, is alleen op aanvraag beschikbaar. Eén suite is alleen ter plekke te boeken, niet online, met het oog op exclusiviteit.
Very Amsterdam
Harlander prefereert stiekem de kamers aan de kant van de Lange Leidsedwarsstraat boven die met het instagrammable uitzicht op de Prinsengracht. “Die zijn gewoon very Amsterdam. Echt het gevoel om in de stad te wonen.” Maar dan wel in een suite, het voormalige kantoor van de opzichter van het meisjesweeshuis, die per nacht een half modaal maandinkomen kost.
Hoe die stad aankijkt tegen de ‘verkoopautomaat’ die tussen de dubbele trappen van de lobby staat, is dan weer de vraag. De machine oogt als zo eentje waar haastige kantoorlui een klef broodje uit trekken, maar deze biedt verkoopkunst van Casper Braat, geïnspireerd op Amsterdam.
En dat terwijl een versteende stroopwafel of vergulde joint, er zijn er al 3 verkocht, nu precies die beeldvorming is waar de stad zo graag van zich af wil.
‘Dit is very Amsterdam’
Tien jaar bouwde Rosewoodeigenaar CTF aan het voormalige Paleis van Justitie, dat het in 2015 voor ruim 63 miljoen euro kocht. Of eigenlijk vier jaar, de andere jaren werd vooral gestreden met tegenstanders, gemeente en monumentenbewaking. Maar ook, zegt hoteldirecteur Thomas Harlander zonder gêne, was er minder tastbare weerstand. “Het gebouw stribbelde tegen.”
En dus liep begin dit jaar een week lang een ‘spirituele schoonmaker’ door de gangen van het gebouw, om het zessterrenhotel nog te ontdoen van negatieve vibraties uit het verleden, nadat het met twee andere geestverdrijvers niet had geklikt.